Door Marianne van der Kooy
Côte d’Ivoire is momenteel gegrepen door het voetbalvirus. En wij Nederlanders in den vreemde doen daar graag aan mee. Of het nu over de Ivoriaanse deelname aan de Africa Cup gaat of over de Nederlandse vrouwen in de WK-finale: tout le monde staat in vuur en vlam van Oranjekoorts. Kroegen zitten vol met supporters die gezamenlijk hun favoriet aanmoedigen, muren zijn bezaaid met reclameposters en menig straatventer lift mee op het succes door de verkoop van allerlei gerelateerde goodies. Wat houdt deze voetbalgekte in voor Ivoorkust? Wat is de link tussen hun nationale team en het Nederlands elftal? En hoe ga jij als Nederexpat om met de situatie?
Afgelopen zomer viel het me al op: hoogwaardig Ivoriaans fanatisme tijdens het WK voetbal. Dacht ik altijd dat Nederlandse voetbalsupporters soms wat doorslaan in hun enthousiasme, dan had ik de inwoners van Ivoorkust nog niet meegemaakt. Aangezien het Ivoriaanse elftal, ‘les Éléphants’, eruit vloog tijdens de kwalificaties besloot men massaal over te stappen op het aanmoedigen van hun Franse vrienden. Het land is immers bezaaid met Fransozen. ‘Allez les Bleus!’ riep onze doorgaans zeer schuchtere schoonmaakster luid toen we haar vlak na een Franse overwinning toevallig tegenkwamen. Maakte blijkbaar éven niet uit dat Frankrijk ons expatland soms nog steeds behandelt als een kolonie. En dat er hier en daar nogal wat ongelijkheden zijn. Voetbal verbroedert, kunnen we wel stellen.
Punten scoren met Oranje
Als ik een taxi pak, worden me altijd dezelfde vragen gesteld door de chauffeur. Kom je uit Frankrijk? Nee. Al vind ik het een eer dat hij mij ondanks mijn boerentrienen-Frans aanziet voor een native speaker, maar dat terzijde. Ben je Engels? Nee, ook niet. Dan ben je Duits! Nein. Maar waar kom je dàn vandaan? Op dat moment weet ik dat ik ga scoren met wat ik nu ga zeggen. Na een korte spanningsboog haal ik diep adem en spreek de legendarische woorden uit: ‘Ik kom uit Nederland.’ Korte stilte. Even op hem laten inwerken. ‘Hollande?’ Polst hij voorzichtig. ‘Les Pays-Bas?’ Jazeker. Dat heb jij helemaal goed, vriend. Grote juichsalvo’s vanachter het stuur. Zijn dag kan niet meer stuk. Want Nederland, dat vinden deze mensen toch wel zo’n geweldig land!
Voor ik er erg in heb worden alle voetbalvedettes van de afgelopen decennia opgesomd. Ik noem een Cruijff (Ivoriaanse uitspraak: ‘Kru-ief’), van Basten (‘Bastèh’), Gullit (‘Guu-lieh’), Rijkaard (Ghie-kaagh’), Bergkamp (‘Beg-kàh’), Kluivert (‘Klu-vèr), Seedorf (‘See-dòh’), Robben (‘Ghoh-bèh’), van Persie (‘Peg-sieee’) en last but not least: Sneijder (‘Snie-dèhg’, maar vaker: onverstaanbaar). Waar is Katwijkse trots in de branding Kuyt (‘Ku-iet’) in dit verhaal, vraag ik me vervolgens af. Maar die kennen ze dan weer niet, de cultuurbarbaren.
Niet alleen in de oranje (o, toeval) taxi, ook daarbuiten schijnt de Ivoriaan ons land en voetbalelftal te kennen en te prijzen. Zodra onze afkomst is ontmaskerd, kunnen we niets meer fout doen en draait alles om de Oranje Leeuwen. Zo was ik laatst met schoonfamilie uit Nederland een nachtje weg in eigen expatland. Mijn zoon Dirk rende vrolijk rond tussen de palmboompjes op het resort. Intussen kreeg het personeel lucht van onze roots. En iedere keer wanneer wij vervolgens een oranje cocktail bestelden, dreunde de ober het gehele Nederlands elftal op. Iedere vijfendertig keer. Dit getuigt in mijn ogen van waardering voor onze Leeuwen. Dirkie werd daarna overigens alleen nog maar aangesproken met petit Robben. Ook hier ziet men waarschijnlijk een enorm talent in het ventje. Al had hij toentertijd nog geen bal geraakt, maar dat is bijzaak. 😉
Omgekeerd gebeurt trouwens ongeveer hetzelfde. Wanneer ik in Nederland vertel dat ik in Ivoorkust woon, heeft men vaak geen flauw idee waar het land te vinden is op de kaart. Wél is bekend dat Ivorianen een sterk en in oranje gehuld voetbalteam hebben. ‘Maar geen idee waar ‘de’ Ivoorkust ligt, haha. Ik ken het eigenlijk alleen van het voetbal. ‘ Ja, haha. Misschien wordt het een keer tijd om die topografische skills op te schroeven dan.
Oranjegekleurde etniciteiten
Naast de Ivorianen zelf, lijken ook andere etnische groeperingen in Ivoorkust zich te bekommeren over zowel het Ivoriaanse als het Nederlands elftal. Laatst kwam ik mijn Arabische buurman tegen. Hij vroeg me of ik nog voetbal had gekeken, aangezien het elftal zo goed bezig was. Logischerwijs dacht ik in eerste instantie dat het over les Éléphants ging. Maar het bleek over de Hollandse dames te gaan. Buurmannetje volgt het WK vrouwenvoetbal kennelijk op de voet. Even voor de beeldvorming: deze man staat aan het hoofd van een streng moslimgezin, met aan zijn zijde een compleet gesluierde vrouw. O wee als zij er ook maar over peinst om in halflange mouwen over straat te gaan. Maar intussen zit die ouwe snoeperd dagelijks gewoon dik anderhalf uur te gluren naar een veld vol vrouwen in korte broekjes.
Daarnaast kijkt deze man samen met een grote groep Ivorianen, Marokkanen, Senegalezen, Libanezen en Fransen tijdens de Africa Cup in de lokale kroeg naar een groot scherm hoe Ivory het ervan af brengt. En dat vind ik mooi om te zien. Zo grimmig deze mensen elkaar doordeweeks weleens de hersens willen inslaan, zo vredig staan ze tijdens de game zij aan zij. Geweldig, vooral als dit ook nog eens gepaard gaat met de kleur oranje!
Raakvlakken
Nu lijkt er een omslag gaande in het enthousiasme jegens het Ivoriaanse team. De Africa Cup is in volle gang en Ivoorkust stevent regelrecht op de kampioenstitel af. En ja, ze moeten natuurlijk nog wel éven winnen in de achtste, kwart, halve én hele finale, maar hé: alles begint met positief denken. Maar welke ontwikkeling zien wij in onze omgeving plaatsvinden? Naast de eerdergenoemde straatverkopers met Ivoorkust-prullaria en de heimelijk wapperend nationale vlag, moet men nog een béétje op gang komen. Tenminste, zo lijkt het. Er werd dan wel enigszins blij gereageerd op de vier doelpunten van afgelopen maandag tegen Namibië, en ook de plaatsing voor de volgende ronde in het toernooi werd goed ontvangen, maar we zijn meer enthousiasme gewend van de Ivorianen!
Gezien onze gedeelde liefde voor dezelfde kleur, zie ik het daarom als onze taak om het Oranjegevoel aan te wakkeren in Ivoorkust. Het Oranjegevoel moet weer gaan vlammen. Maar hoe pakken we dat aan? Luister goed. We moeten op zoek naar nog meer raakvlakken tussen de Oranje Leeuwen en les Éléphants zodat de acties vanuit ons hart komen. En vanuit raakvlakken maken we vervolgens één grote Oranje-campagne. Denk aan alle mogelijke overeenkomsten tussen Nederland en Ivoorkust, zoals: een oranje tenue, een vroegtijdige uitschakeling in een willekeurig toernooi, een Gebroeders Kalou (van: ik heb een toe-toe-toeter.. oh nee, andere broeders), een onderbewuste afkeer tegen Fransen. Desnoods een Wilfried Bony. Die schijnt ook weleens in Nederland te zijn, dus daar zouden we zéker wat mee kunnen. Kortom: opties te over!
Nous sommes ensemble
Maar eerlijk gezegd maak ik me nog geen echte zorgen. Waarschijnlijk trekt het oranje saamhorigheidsgevoel zich zoals altijd gewoon door. Zitten we maandag gewoon weer in een melange van Ivorianen, Libanezen, Fransen, Belgen en Peruanen (die heb je vast ook in Abidjan) te joelen in de kroeg. Het Ivoriaanse vlaggetje op de wang geschminckt. Ivoire of Bockbiertje in de hand. Ons opvretend over een onbegrijpelijke wissel of gemiste penalty. Om negentig minuten later met z’n allen dansend door de straten te gaan. En dit is nou precies wat het gevolg is van de voetbalgekte in zowel Nederland als Ivoorkust. Men smelt samen, heeft een hogere tolerantiegrens, en voelt zich verbonden met elkander. Zoals ze het hier zo mooi zeggen: ‘Nous sommes ensemble’. Wij zijn samen.
Hoe je daar als Nederexpat mee moet omgaan? Ten eerste: optimaal genieten van de WK finale vrouwenvoetbal, uiteraard. En verder gewoon lekker blenden in de smeltkroes van Ivoorkust. Dus trek je oranje tenue uit de kast en doe net zo hysterisch mee met de rest wanneer Bony ‘m de rechterkruising in hengst.
Mooi man. Ja toch? In dat geval verzoek ik je om onderstaand hartje aan te klikken en je steun te betuigen. Dankjewel, ouwe oranjetijgert!
Foto: Fiona de Meijer
No Comments